Vorig jaar kwamen in Nederland voor het eerst meer fietsers in het verkeer om het leven dan automobilisten. Ook vielen er weer vele duizenden gewonden onder fietsers. De Fietsersbond komt nu met een Top 10 van dringende maatregelen om de verkeersveiligheid voor met name fietsers te verbeteren. “Om de veiligheid van automobilisten te vergroten, zijn de laatste decennia kosten noch moeite gespaard, maar voor de fietser heeft de overheid veel te weinig gedaan. Dat moet veranderen”, vindt de Fietsersbond.
In heel 2020 vielen er in Nederland 610 dodelijke slachtoffers bij verkeersongevallen. Waarschijnlijk voornamelijk door de pandemie was dat 7,7 procent minder dan in 2019, toen er nog 661 verkeersdoden vielen te betreuren, zo berekende het CBS. Overigens zijn deze aantallen al een wereld van verschil vergeleken met die van twintig jaar geleden: in 2000 waren er landelijk nog 1166 dodelijke slachtoffers; een afname met 48 procent.
Vorig jaar kwamen 229 fietsers om het leven in het verkeer, tegenover 195 bestuurders en inzittenden van een personenauto. Een jaar eerder waren die aantallen nog 203 fietsers tegenover 237 automobilisten. Het aantal omgekomen fietsers is in vijfentwintig jaar nog niet zo hoog geweest. Om te voorkomen dat dit een zich doorzettende trend wordt, komt de Fietsersbond met tien speerpunten om het aantal dode en gewonde fietsers te doen dalen. Omdat een aantal punten gaat over hetzelfde onderwerp, de infrastructuur van fietspaden, hebben we die gegroepeerd.
Driekwart tot 90 procent van het aantal fietsers dat omkomt in het verkeer, overlijdt na een botsing, aanrijding of ander contact met een motorvoertuig. Als fietser ben je in zo’n confrontatie altijd de zwakkere partij, vooral door het verschil in massa en snelheid. De Fietsersbond pleit onder meer voor het verlagen van de snelheid voor automobilisten, daar waar ze in conflict kunnen komen met langzamere weggebruikers zoals fietsers. Gepleit wordt voor een maximumsnelheid van 30 binnen de bebouwde kom en van 60 daarbuiten, auto- en snelwegen daargelaten.
In Amsterdam gaat de maximumsnelheid binnen de kom al in 2023 omlaag naar 30 kilometer per uur. In Den Haag, Rotterdam en Utrecht willen ze het ook. Zo’n snelheidsverlaging zou wat de bond betreft gepaard moeten gaan met een programma om intelligente snelheidsassistentie (ISA) in te voeren voor nieuwe en later ook bestaande wagens. Met ISA, een in de auto ingebouwde snelheidsbegrenzer, wordt het onmogelijk om te hard te rijden in bepaalde begrensde gebieden, bijvoorbeeld in een bebouwde kom of rond scholen.
Directeur Esther van Garderen van de Fietsersbond: “Het is heel simpel: lagere snelheden zorgen voor minder ernstige ongevallen, daar is iedereen het over eens. De Tweede Kamer heeft zich hier al over uitgesproken, maar het nemen van concrete maatregelen gaat veel te langzaam. Rond basisscholen is dat heel zichtbaar; waar ouders uit angst dat hun kind wordt aangereden, maar met de auto gaan en daarmee het probleem onbedoeld juist vergroten.”
Er vallen veel fietsgewonden door enkelvoudige ongevallen, ongelukken waarbij verder geen andere weggebruikers zijn betrokken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om aanrijdingen met objecten zoals fietspaaltjes, geparkeerde auto’s en botsingen met dieren. De andere categorie zijn de echt eenzijdige fietsongevallen door bijvoorbeeld van de weg afraken, vallen, voet tussen de spaken, enzovoorts.
Bij veel enkelvoudige ongevallen is een slechte infrastructuur de oorzaak:
De Fietsersbond pleit ervoor fietspaden vergevingsgezind te maken. “Dat betekent dat een stuurfout niet meteen tot een ziekenhuisopname leidt. Hiervoor moet je paaltjes weghalen of voorzien van een goede inleiding, zorgen dat er geen hoge stoepranden zijn en betere belijning aanbrengen zodat mensen niet van de weg raken. Belangrijk is ook dat fietspaden voldoende breed zijn, zeker op drukke plekken, met een goede berm, zodat fietsers minder snel vallen”, aldus de bond.
Derde actiepunt is het voorkomen dat fietsen en auto’s überhaupt met elkaar in aanraking kunnen komen, laat staan op elkaar kunnen klappen. Zorg dat ze elkaar niet tegenkomen. De Fietsersbond: “Zorg ervoor dat hoofdfietsroutes worden gescheiden van belangrijke autoroutes. Investeer in fietstunnels en vrijliggende fietspaden. Snorfietsen horen niet op het fietspad thuis.” De gemeenten Amsterdam en Utrecht zijn wat dat laatste punt betreft al op de goede weg, daar is het binnen de stadsringen voor snorfietsers al grotendeels verboden zich nog op de fietspaden te begeven.
Het grootste deel van de verkeersdoden onder fietsers valt door een botsing met een auto. Waar de verkeersstromen fietsen en auto’s niet afdoende uit elkaar kunnen worden gehaald, zoals in het voorgaande actiepunt, zou dan toch het autoverkeer zoveel mogelijk ontmoedigd moeten worden, vooral op plekken waar veel fietsers en voetgangers komen. Direct rondom scholen zouden auto’s zelfs actief geweerd moeten worden. Zo kunnen kinderen veiliger naar school fietsen.
Landen waar het fietsen nog in de kinderschoenen staat, hebben vaak de luxe gloednieuwe fietspaden aan kunnen leggen volgens de modernste inzichten. Nederland kampt wat dat betreft met de wet van de remmende voorsprong, omdat hier alles en iedereen al muurvast in het straatbeeld zit verankerd, lijkt het wel. Met creatieve oplossingen, goed onderhoud en de juiste verlichting kunnen toch een boel ongelukken worden voorkomen, meent de Fietsersbond.
“Om de straat voor iedereen veilig te maken moeten de weggebruikers centraal staan. Niet eerst ontwerpen voor de automobilist, maar begin bij de wandelaar en de fietser. Geef speciale aandacht aan kwetsbare verkeersdeelnemers: kinderen, ouderen en mensen met een beperking. Om iedereen zich veilig te laten voelen op het fietspad is ook sociale veiligheid belangrijk. Denk aan goede verlichting en goed groenonderhoud. Kuilen in de weg, losliggende tegels, boomwortels die door het wegdek komen, zijn slechts een paar van de gebreken die fietsers onderweg tegenkomen. Door slecht onderhoud vallen jaarlijks duizenden gewonden. Ook gladheid en het niet repareren van vorstschade zijn voor fietsers erg gevaarlijk.”
Op 6 december 2021 kondigde de Fietsersbond nog een groot offensief aan voor de fietsinfrastructuur: samen met de Vervoerregio Amsterdam voert de bond een grote coalitie aan van zeventien gemeenten en twaalf provincies die het Rijk oproept werk te maken van een nationaal fietsplan. Bovendien willen zij van het Rijk boter bij de vis: miljoenen uit het Europees Herstelfonds voor verbetering van de fietsinfrastructuur.
Hoe goed de weg of het fietspad ook mag zijn, hoe fijn de verlichting, hoe vergevingsgezind de berm: de fietser zelf weet ook heel goed in zijn eentje nog brokken te maken. Stunten met de fiets, voeten tussen de spaken, vallen door een mankement aan de fiets of losgeslagen bagage is aan de orde van de dag. De Fietsersbond pleit voor een veel betere registratie van ongevallen en meer onderzoek naar de oorzaken. Volgens de officiële cijfers raken er jaarlijks zo’n 14.000 fietsers gewond in het verkeer. Dat lijkt veel, maar volgens berekeningen van Veiligheid NL zijn het er zeker 50.000.
Laatste actiepunt van de Fietsersbond is het vergroten van de fietsvaardigheid. De bond: “Fietsen verleer je nooit, maar wat als je nooit fietsen hebt geleerd? Bijvoorbeeld omdat de wieg van je ouders niet in Nederland stond. Of wat als je door het ouder worden toch moeite krijgt met fietsen?”
De Fietsersbond pleit ervoor dat goede fietseducatie een recht is, en dat iedereen de kans moet krijgen om veilig te leren fietsen. Kinderen die geen eigen fiets kunnen betalen moeten er één kunnen krijgen. Bij fietseducatie hoort uiteraard ook:
Een opfriscursus hand uitsteken kunnen we allemáál wel gebruiken!
Wat moet u doen als u ondanks alle veiligheidsmaatregelen het slachtoffer wordt van een fietsongeluk? In de meeste gevallen heeft u recht op schadevergoeding van de tegenpartij. Een ervaren jurist kan dit voor u beoordelen. Onze juristen luisteren naar uw verhaal en ondernemen direct actie. U krijgt daardoor de maximale schadevergoeding. De schadevergoeding waar u recht op heeft.